Arbeidsrecht

Vrouwe Justitia

Arbeidsrechtelijk Advies en Rechtsbijstand: snel, up to date, discreet, op maat en gespecialiseerd voor u als onderwijsbestuurder!

De onderwijsbestuurder in het Bijzonder Onderwijs en in het Openbaar Onderwijs:

Hoewel u binnen uw organisatie, als voorzitter of lid College van Bestuur, Algemeen Directeur of Directeur/Bestuurder de rol van werkgever vervult voor al het onderwijspersoneel, dat in dienst is van uw organisatie (onderwijsstichting of onderwijsvereniging), bent ook zelf werknemer. U bent immers werknemer in het dienstverband dat u heeft met uw organisatie, waarbij de rol van werkgever vervuld wordt door een toezichthoudend orgaan (Raad van Toezicht of Schoolbestuur). Op u is van toepassing een voor uw onderwijssector geldende CAO of een speciale CAO voor bestuurders, waarin uw rechten en verplichtingen worden omschreven.

SRBO is opgericht om u in het geval er onverhoopt een arbeidsconflict dreigt te ontstaan, waarbij u als werknemer bent betrokken, gespecialiseerde rechtsbijstand te bieden tegen een aantrekkelijk tarief. Niet alleen gespecialiseerd op het arbeidsrecht in het algemeen, maar op het arbeidsrecht in de onderwijssector in het bijzonder. Het Arbeidsrecht, zoals dit is geregeld in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is bijzonder complex en het arbeidsrecht in het onderwijs is nog complexer. Daarbij komt dat het Arbeidsrecht voortdurend in ontwikkeling is en aan wijziging onderhevig. Zo is de Wet Werk en Zekerheid op 1 juli 2015 m.b.t. het arbeidsrecht en op 1 januari 2016 m.b.t. de WW-duur, in werking getreden. De Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren is per 1 januari 2020 in werking getreden, waardoor de rechtspositie van werknemers (ook de bestuurders) in het bijzonder en openbaar onderwijs alle vallen onder dezelfde wetgeving volgens het BW en regelgeving volgens dezelfde cao-bepalingen. Ook de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) is in werking getreden op 1 januari 2020. Al deze wetgeving heeft het volledige arbeidsrecht ingrijpend gewijzigd, welke wijzigingen doorwerken in de diverse CAO’s. Daarnaast is ook de jurisprudentie van belang van de Nederlandse rechters, waardoor de interpretatie van Wet en CAO ook kan wijzigen. Dit alles wordt door ons optimaal bijgehouden, zodat wij u zo goed mogelijk van advies kunnen dienen en rechtsbijstand kunnen verlenen, wanneer u dat nodig heeft.

Met ingang van 1 juli 2021 is de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen in werking getreden. Dit betekent voor de bestuurder van een Stichting een forse achteruitgang van zijn/haar rechtspositie wanneer de bestuurder door zijn Raad van Toezicht statutair is ontslagen. Arbeidsrechtelijk geldt namelijk dat bestuurders van wie de arbeidsovereenkomst door de rechter niet hersteld kan worden, ook minder ontslagbescherming hebben. Het ontslag van deze bestuurders hoeft niet vooraf door een rechter of UWV te worden getoetst, maar kan door de werkgever (doorgaans de raad van toezicht) zelf worden gerealiseerd. De bestuurder kan dan worden ontslagen als stichtingsbestuurder en daarnaast als werknemer zonder preventieve ontslagtoets. Een statutaire stichtingsbestuurder heeft wel nog steeds recht op ontslagbescherming wegens ziekte mits die ziekte is ontstaan voordat er een voornemen tot ontslag door de Raad van Toezicht is verzonden. U wordt hierover verder geïnformeerd via de volgende link. Het moge duidelijk zijn, dat u als bestuurder er verstandig aan doet om zodra u ruis opmerkt in uw relatie met de Raad van Toezicht ons advies in te roepen. Wij kunnen u dan ondersteunen met advies en coaching om de relatie te verbeteren.

Onze advisering is primair gericht op het vinden door middel van scherp onderhandelen van een win-winoplossing, waarbij uw belangen voorop staan. Vanwege uw hoge positie binnen uw onderwijsorganisatie en het belang van het behoud van uw reputatie biedt een goede minnelijke oplossing vaak betere voorwaarden, dan wanneer de rechter de oplossing moet aanreiken na een gevecht op het scherpst van de snede. Als het echter niet anders kan, omdat uw belangen dat vragen, gaan wij een gerechtelijke procedure niet uit de weg en zullen we voor u en uw belangen vechten!

Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen: gemaximeerd topsalaris en gemaximeerde ontslagvergoeding.

WNT

Deze wet, afgekort WNT, is per 1 januari 2013 in werking getreden. Deze wet regelt een bezoldigingsmaximum en een gemaximeerde ontslagvergoeding van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Deze wet sluit aan op de Wet Openbaarmaking uit Publiek Middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT), die op 1 maart 2006 in werking is getreden. Op grond van de WOPT werden de organisaties in de publieke sector en privaatrechtelijke organisaties die uit de publieke middelen worden bekostigd, verplicht in hun jaarrekening belastbare lonen te vermelden voorzover deze het gemiddelde salaris van een minister te boven gaan. Op grond van de WNT bedraagt het bezoldigingsmaximum de brutobeloning van een minister vermenigvuldigd met 130%. Het maximum is opgebouwd uit vier posten: de beloning, het werkgeversdeel van de sociale premies, de belastbare onkostenvergoeding en de beloningen betaalbaar op termijn.

Artikel 2.6 van de WNT biedt de mogelijkheid om (onder andere) voor onderwijsinstellingen een lager beloningsmaximum vast te stellen. Met de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren van 8 december 2012 heeft de Minister van OCW gebruik gemaakt van deze bevoegdheid door een lager maximum vast te stellen voor de sectoren PO, VO, BVE en HBO. Naast een bezoldigingsmaximum regelt de WNT een maximale ontslagvergoeding. Artikel 2.10 van de WNT stelt de maximale hoogte vast op een jaarsalaris met dien verstande dat deze vergoeding niet mag uitgaan boven € 75.000,- Deze regelgeving is gelet op artikel 1.1sub b jo. artikel 1.3 WNT ook van toepassing op de Onderwijssector en dus ook op u.

Dat betekent in feite, dat ook al kunt u er niets aan doen, dat u in de problemen bent gekomen en er nauwelijks tot geen dossier is, de Raad van Toezicht verwijtbaar jegens u heeft gehandeld, geen ontslagvergoeding overeengekomen kan worden hoger dan € 75.000,-. Kunstgrepen als betaling van een vergoeding t.b.v. de topfunctionaris aan derden, loze adviseursbenoemingen, non-actiefstellingen voor langere tijd tot de ontslagdatum zijn allemaal afgegrendeld door de WNT. De enige optie voor een hogere vergoeding zou de gang naar de kantonrechter zijn, maar ook die houdt wel rekening met de WNT, hoewel niet helemaal. Nadeel daarvan is aanzienlijke reputatieschade en mogelijk veel hogere juridische kosten, die waarschijnlijk niet opwegen tegen de hoogte van de vergoeding. Er is derhalve alles aan gelegen om te voorkomen, dat de verhoudingen tussen u en uw toezichthoudende orgaan onherstelbaar zijn verstoord. Zie hiervoor pagina https://srbo.nl/rechtsbijstand/preventief-advies/ en ook https://srbo.nl/conflictbemiddeling/

Jaarlijks worden de WNT-normen en beleidsregels aangepast. Wij houden u hieromtrent op de hoogte. Zie voor jurisprudentie over dit onderwerp: